Soms kom je spelletjes tegen die je altijd wel van naam hebt gekend, maar nooit écht hebt gespeeld. Bij mij was dat met Go Fish. Terwijl ik naar Parenthood op Netflix keek, zag ik de familie het spelen en dacht ik ineens: “Hé, dat lijkt verdacht veel op kwartet, maar dan met een gewoon kaartspel.” Nieuwsgierig als ik was, ben ik in de regels gedoken. En eerlijk gezegd: het is verrassend simpel én leuk.
Met Finn grijp ik vaak naar een kaartspel als we samen willen spelen. Het gaat net wat sneller en praktischer dan een bordspel, en de regels zijn meestal eenvoudiger. Zo kunnen we er makkelijk een paar potjes tussendoor doen, afhankelijk van hoe de dag loopt of hoeveel tijd we hebben. Favorieten zijn onder andere Uno, Valse Motten en natuurlijk Pesten.
Go Fish — kwartetten met speelkaarten
Voor dit weekend hebben Finn en ik een Go Fish-date gepland, gewoon lekker een paar potjes tussendoor. Zo’n simpel momentje samen is vooral fijn voor hem, maar ook voor mij onmisbaar – je merkt immers hoe snel je minder tijd met elkaar hebt zodra de pubers hun eigen leven krijgen.
Thomas met vrienden, werk, lange dagen school en huiswerk, Elynn met vriendinnen, school, huiswerk en allebei een band. Later in het seizoen, als het vaker regent of we zin hebben in iets gezelligs binnenshuis, zullen er vast nog veel meer van dit soort spelmomentjes volgen – misschien in één van de hutten die hij nog steeds zo graag in de woonkamer bouwt. Kaarten op tafel of de grond, een beetje geklets erbij – simpel, knus en precies goed voor zo’n regenachtige dag.
Hoe speel je Go Fish?
Het doel is simpel: zoveel mogelijk setjes van vier dezelfde kaarten verzamelen (bijvoorbeeld vier achten of vier boeren). Degene met de meeste complete setjes aan het einde wint.
Voorbereiding
- Gebruik een standaard kaartspel van 52 kaarten.
- Speel je met 2–3 spelers, dan krijgt iedereen 7 kaarten.
- Met 4 of meer spelers: deel 5 kaarten per persoon.
- De overige kaarten leg je niet op een stapel, maar verspreid je met de rug naar boven over de tafel. Dit vormt de “vijver” waaruit je later mag vissen. Waarschijnlijk is dit ook waar de naam Go Fish vandaan komt!
Spelverloop
- De jongste speler mag beginnen.
- Je vraagt een medespeler om een bepaalde kaart die je zelf al in de hand hebt. Bijvoorbeeld: “Finn, heb jij een boer?”
- Heeft die speler de gevraagde kaart, dan moet hij die afgeven en mag jij nog een keer vragen.
- Heeft hij de kaart niet, dan zegt hij: “Go Fish!” en pak jij een willekeurige kaart uit de “vijver” op tafel.
- Trek je precies de kaart die je vroeg? Dan mag je nóg een keer. Zo niet, dan is de volgende speler aan de beurt.
Setjes maken
- Heb je vier dezelfde kaarten verzameld, leg je ze open voor je neer. Dat is een compleet setje.
- Het spel gaat door totdat alle kaarten zijn gespeeld of de vijver leeg is.
Winnaar
De speler met de meeste setjes wint.
Waarom je het wilt spelen
Go Fish is laagdrempelig, maar geeft net wat meer tactiek dan gewoon kwartet. Je moet namelijk onthouden wie welke kaart wél of juist níet had. Voor kinderen is dat een leuke manier om hun geheugen en concentratie te trainen, zonder dat het een “leerspel” voelt. En het mooie is: je hebt geen speciaal spel nodig, alleen een gewoon kaartspel dat toch al ergens in huis rondslingert.
Naast een pak speelkaarten om kaartspellen zoals Go Fish mee te spelen, zijn er natuurlijk ook de leukste spelletjes voor onderweg die we graag meenemen op vakantie of een weekendje weg. Welk spel spelen jullie het allerliefst? Laat het weten in de reacties!